29 JULI 1931. 614 Zoodat de heer Mr. F. E. Pels R ij c k e n opnieuw is benoemd tot lid van het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis. 16. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een voorstel van het raadslid P. Haaiman, om te bepalen dat de besluiten tot het voeren van rechtsgedingen door de ge meente, betreffende het ontruimen van woningen, het invorderen van woninghuren en de ontbinding van huur-overeenkomsten, door den Gemeenteraad worden genomen, luidende als volgt „Naar aanleiding van het hierbijgaande voorstel van Uw „lid, den heer P. Haaiman, in zake het voeren van „rechtsgedingen voor het ontruimen van woningen hebben „wij de eer U het volgende mede te deelen. „Zooals in de toelichting op gemeld voorstel wordt uit eengezet, is na de inwerkingtreding op 15 April j.l. van „de gewijzigde Gemeentewet in onze handen gelegd de „beslissing tot het voeren van rechtsgedingen door de „gemeente, betreffende het ontruimen van woningen (art. 177). „Uit de schriftelijke behandeling van het wijzigingsvoorstel „in de Eerste Kamer blijkt, dat zij werd voorgesteld ten „einde meer soepelheid te krijgen bij het beheer van „gemeentewoningen. Uit de practijk bleek, dat het niet „meer mogelijk is al hetgeen verband houdt met de steeds „toenemende exploitatie dezer woningen te laten geschieden „door Burgemeester en Wethouders op grond van een „raadsbesluit. „Wij meenen, dat het gewenscht is ook hier van de door „het nieuwe artikel 177 der Gemeentewet geboden gelegen heid gebruik te maken, zoodat wij U voorstellen, het „bovenbedoeld voorstel van den heer Haaiman van de „hand te wijzen. De heer HAALMAN moet zijn bewondering uitspreken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 614