29 JULI 1931, 619 „menten en binnenleiding afzonderlijk. „Ten aanzien van a. vestigen wij de aandacht op de om standigheid, dat verlaging slechts wordt gevraagd voor „bepaalde verbruikers. Er is o.i. geen enkele reden om een „eventueel gewenschte verlaging slechts tot bepaalde ver bruikers te beperken, omdat bij het volgen van het „voorstel van den heer Van Houten een onbillijkheid „zou worden begaan tegenover de gebruikers van grootere „meters. Ons College kan tot verlaging van meterhuur niet „adviseeren. Deze huur is normaal en niet hooger dan in „andere gemeenten en zij loopt geleidelijk op in verband „met de capaciteit van den meter. Het is in het algemeen „onjuist de meterhuur te gaan verlagen, omdat wellicht een „tijdelijke prijsdaling der meters daartoe gelegenheid biedt. „Er zijn n.l. ook tijden, waarin, tengevolge van prijsstijging „der meters, de huur zou moeten worden verhoogd, waartoe „echter nooit is besloten. De vastgestelde huur kan als „billijk worden aangemerkt. De meterhuur moet bovendien „als een onderdeel van den gasprijs worden beschouwd. „Verlaging van den gasprijs moet alzoo voorrang hebben. „De vermindering der meterhuur doet de ontvangsten „terugloopen en houdt daardoor een mogelijke verlaging „van den gasprijs tegen. „Wat sub b. betreft, zij opgemerkt, dat door ons is „nagegaan, in hoever eenige verlaging voor de huurgas- installaties zou kunnen plaats hebben zonder daarop verlies „te lijden. „De huurprijs voor ornamenten is momenteel te laag „daarop wordt verlies geleden, zoodat deze moet worden „verhoogd. „De prijzen, vermeld in Gemeente-Blad no. 438, sub le „t/m 5e, kunnen, in afwijking van het door den heer Van „Houten voorgestelde, worden bepaald op de navolgende „bedragen „le huurprijs per maand voor een volledige huurgasin- stallatie50 cent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 619