29 JULI 1931.
623
18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het voorstel van het raadslid A. W. Zijlmans, tot verhoo
ging van de jaarwedde van den directeur der Beplantingen,
luidende als volgt
„Bij de behandeling der begrooting 1931 voor den dienst
„der Beplantingen werd in onze handen om prae-advies
„gesteld een mondeling voorstel van Uw lid, den heer
„A. W. Zijl mans, om het salaris van den directeur van dien
„dienst te stellen op f 4700, overeenkomende met het
„maximum van groep XI (zie gedrukte notulen blz. 232 e.v.).
„Zooals uit de bij de indiening van het voorstel gehou-
„den besprekingen reeds bleek, kon het geen onverdeelde
„instemming vinden en nadere overwegingen heeft ons
„opnieuw de overtuiging geschonken, dat het voorstel be-
„hoort te worden afgewezen.
„Aangezien deze aangelegenheid reeds meerdere malen
„in Uwe vergaderingen is besproken, lijkt het ons, voor een
„juist inzicht, gewenscht vooraf een overzicht van den gang
„van zaken te geven.
„Bij de behandeling van het salarisrapport in Uwe ver
gadering van 14 Februari 1929 (zie gedrukte notulen
„bldz. 323 e.v.) werd door enkele leden van Uwen Raad
„den wensch uitgesproken om in afwijking van het door ons
„voorgestelde, het salaris van den Directeur der Beplantingen
„nog verder te verhoogen.
„Alvorens hierover een beslissing te nemen, werd eerst
„ingewonnen het advies van de „Salariscommissie". Deze
„commissie kwam, blijkens haar rapport van 2 Juli 1929,
„tot de conclusie, dat het salaris van den onderwerpelijken
„functionaris nogmaals behoorde te worden verhoogd en
„ondergebracht in groep XI (salarisgrenzen f 4100.—
„f 4700.—), zulks op grond van de omstandigheid, dat de
„directeur der Reiniging ook in deze groep was gerangschikt
„en de werkzaamheden van beide hoofden van dienst gelijk
„moesten worden gewaardeerd, zooals dat ook steeds het
„geval was geweest.
