29 JULI 1931. 627 salaris genieten van f 5250. terwijl onze Directeur, die voor den dienst de volle verantwoordelijkheid draagt, slechts f 4200,— salaris heeft. Het doet vreemd aan, dat Burgemeester en Wethouders het aantal arbeiders in dienst bij de Beplantingen wél ver gelijken met die bij de Reiniging, doch b.v. niet met die bij de Arbeidsbeurs, welker directeur slechts een paar menschen onder zich heeft. Mijn voorstel om het salaris van den directeur der geen Beplantingen te brengen op f 4700, overeenkomende met enge- het maximum van Groep XI der Salarisregeling voor de p de ambtenaren, blijf ik dan ook ten volle handhaven, overtuigd m, en als ik ben, dat wij hiermede een scheeve en onbillijke ver- tratief houding zullen wegnemen, waartoe ik gaarne een beroep heide doe op de medewerking van mijn mede-raadsleden. :stond De heer LOONEN brengt in herinnering, dat indertijd t van aan den opzichter Waals, als belooning voor zijn langdu- wolle, rigen dienst, de persoonlijke titel van „directeur der Beplan- losch, tingen" gegeven is. Bij de oproeping van zijn opvolger lechts werden aan dien functionaris hoogere eischen gesteld, welke >r de een grooter salaris billijken. Met dien opvolger heeft de bben. gemeente het zeer goed getroffen, zoodat Spr. meent, dat :cteu- men hem moet salarieeren naar zijn capaciteiten. Bovendien in de heeft de uitbreiding van de gemeente zijn werkzaamheden t niet doen toenemen. Ook gelooft Spr. niet, dat, als de huidige tuin- functionaris weggaat, men voor de tegenwoordige bezoldiging lechts een andere goede kracht zal kunnen krijgen. Op grond van van een en ander zal Spr. voor het voorstel-Zijlmans stemmen, kmaar ;ente- De heer KUIJLAARS wijst er op, dat de vergelijking met andere gemeenten doet zien, dat er bijna overal s hun opzichters e.d. voor de beplantingen zijn, terwijl er hier een ^Pge- directeur is. In diens oproeping staat ook vermeld, dat hij ingen bekend moet zijn met plantsoen-aanleg. Ook Spr. is er van 's een overtuigd, dat men voor het huidige salaris geen anderen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 627