628 29 JULI 1931.
ffj
directeur met dezelfde capaciteiten zou kunnen krijgen. Hij
zal derhalve voor het voorstel-Z ij 1 m a n s stemmen.
De heer CERUTTI herinnert er aan, dat de Salariscom
missie er destijds voor was om den directeur der Beplantingen,
evenals den directeur van de Reiniging, in Groep XI te
plaatsen. Burgemeester en Wethouders waren daartegen en
hebben toen getracht de Salariscommissie tot andere gedachten
te brengen, evenwel zonder succes. Bij de daarop gevolgde
behandeling in den Raad heeft de opvatting van Burge
meester en Wethouders gezegevierd. Er zijn toen onzuiver
heden in het debat gebracht, o.a. is er gezegd, dat de
functie van directeur der Beplantingen wel aan een tuinbaas
zou kunnen worden opgedragen.
De VOORZITTER: Waar is dat gezegd?
De heer CERUTTINiet in den Raad, maar elders. Ik
kan dat thans niet nader uitleggen. Een feit is het, dat de
heer Van Koolwijk een goede kans heeft gemaakt om in
Den Haag tot directeur der gemeente-plantsoenen benoemd
te worden; dit pleit voor zijn capaciteiten.
De heer BROOS merkt op, dat deze aangelegenheid hier
voor de derde maal in twee jaar tijds in behandeling komt.
Indertijd is op grond van een advies van Burgemeester en
Wethouders, hetwelk een uitvloeisel was van het georgani
seerd overleg, besloten den directeur van de Reiniging in
een hoogere salarisgroep te plaatsen dan de directeur der
Beplantingen. Spr. kan zelf niet beoordeelen, hoe hoog den
directeur der Beplantingen moet worden gesalarieerd, maar
hij kan wel uit de gegevens, welke hem ten dienste staan
concludeeren, dat deze functionaris niet op één lijn kan
worden gesteld met den directeur van de Reiniging. Het