630 29 JULI 1931. in het geding worden gebracht, want, als b.v. bij de eerst volgende begrooting eens pensioen-verhaal mocht worden toegepast, dan komt de bezoldiging van den directeur der Beplantingen al niet meer zooals de heer B r o o s zooeven heeft voorgerekend boven de wedden van zijn collega's in andere gemeenten uit. Spr. verklaart bij nader inzien voorstander van het voorstel-Z ij 1 m a n s geworden te zijn. De heer VAN DER VEN wil bij aanneming van het voorstel-Z ij 1 m a n s den huuraftrek van den directeur der Beplantingen herzien. De heer HAALMAN heeft nooit gehoord, dat het aantal werklieden, hetwelk men onder zich heeft, de maatstaf moet zijn waarnaar men gesalarieerd wordt. Spr. vraagt zich af, waar het dan heen zou moeten in steden als Amsterdam en Rotterdam, waar de Commissaris van Politie en sommige directeuren heele legers van beambten onder hun bevelen hebben staan. Door den heer Zijl mans is ook de directeur van de Arbeidsbeurs in het geding gebrachtdeze heeft volgens den heer Z ij 1 m a n s maar een paar menschen onder zich. De heer Zijl mans ziet evenwel over het hoofd, dat, als er werkloozen te werk worden gesteld op de heide, bedoelde functionaris dan soms wel 500 a 600 man dage lijks onder zijn toezicht heeft. Maar, zooals gezegd, het aantal ondergeschikten kan en mag geen maatstaf zijn bij salarieering. Voorts herinnert Spr. aan het feit, dat de Salariscommissie indertijd, enkel en alleen omdat de directeur van de Reini ging in een hoogere groep was geplaatst, het voorstel heeft gedaan om ook den directeur van de Beplantingen in die groep onder te brengen, eenige nadere motiveering ontbrak daarbij geheel. Op die manier is nooit een deugdelijke salarisregeling te maken. Dit voorstel van den heer Z ij 1 mans zal, wanneer het onverhoopt aangenomen mocht worden,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 630