632 29 JULI 1931. Wethouders en ook de Raad accoord gingen. Het voorstel dezer commissie was ook den directeur van de Reiniging in groep X te plaatsen. De Commissie voor het georganiseerd overleg heeft toen echter met dien feitelij ken toestand rekening houdende voorgesteld, laatstgenoemde functionaris in een hoogere groep onder te brengen dan de direc teur der Beplantingen, namelijk in Groep XIwelk voorstel door Burgemeester en Wethouders is overgenomen. Als de Salariscommissie toen consequent geweest was, dan had zij tegen dat voorstel moeten stemmen. Zij heeft echter voor gestemd en toen deze wijziging een „fait accompli" geworden was, is zij met een actie begonnen om ook den directeur der Beplantingen in Groep XI te krijgen. Er is gezegd, dat de Raad door Burgemeester en Wet houders niet volledig en juist is voorgelicht. Spr. komt daartegen op. Burgemeester en Wethouders hebben in hun prae-advies een vergelijking tusschen het aantal vaste werklieden bij de Beplantingen hier ter stede en in andere gemeenten getroffen. Dit is ook logisch, want van de losse werklieden, die er door den heer Zijl mans worden bijge sleept, is het aantal variabel. De andere gemeenten konden ons omtrent die werklieden ook geen bepaalde cijfers opge ven, zoodat wij die in ons overzicht ook buiten beschouwing hebben gelaten, anders zou de vergelijking mank gaan. Het prae-advies laat in deze ook volstrekt niets aan duidelijkheid te wenschen over. De losse werklieden bij de werkverschaffing op de heide geven den directeur der Beplantingen bovendien minder bemoeiing. In andere steden zijn zij wel onder leiding van een gemeente-werkman werkzaam. Spr. trekt de aantallen tewerkgestelden op de hei, door den heer Zijl mans voorgelezen, in twijfel. Mogelijk zijn het maxima. Zeker is, dat het gemiddelde bijna de helft der daarin genoemde cijfers bedraagt. Thans is het aantal weer kleiner en hoe het in de toekomst zal gaan weet men niet. Dit vormt dus wel een zeer slechten maatstaf voor een salarieering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 632