634
29 JULI 1931.
extra-salarieering. In appreciatie van den directeur doet Spr.
voor anderen niet onder.
Spr. is er, in tegenstelling met de heeren Loon en en
Ku ij laars, van overtuigd, dat bij vacature men voor het
huidige salaris, hetwelk men met het genot van de ambts
woning veilig op f 4700 a f 4800 per jaar kan stellen, een
andere goed ontwikkelde kracht zou kunnen krijgen. Er zijn
wel ingenieurs, die voor een veel lager salaris werken
Spr. is het met den heer Haaiman eens, dat het aantal
ondergeschikten geen maatstaf mag zijn voor het bepalen
van het salaris van den chef. Burgemeester en Wethouders
zijn het dan ook op geen enkel punt eens met de voor
standers van deze weddeverhooging en zij mogen van den
Raad verwachten, dat deze waar er niets gewijzigd is
ook geen wijziging brengen in hun vroeger ingenomen
standpunt.
De heer ZIJLMANS verklaart, dat er geen sprake kan
zijn van een actie van belanghebbende, Men mag als raadslid
toch wel een eigen meening over deze kwestie hebben en
wat scheef staat trachten recht te zetten! Het staatje, het
welk Spr. zooeven heeft voorgelezen, zou volgens Wethou
der Esbach onjuist zijn. Spr. kan dat moeilijk aannemen,
daar hij het van bevoegde zijde heeft verkregen. Spr. heeft
nog een ander staatje tot zijn beschikking, waarvan hij
eveneens voorlezing doet.
Er is gezegd, dat Spr. anders altijd tegen elke salaris
herziening isdit is onjuist, want hij heeft indertijd zelf
den eersten stoot tot de laatste herziening gegeven.
De heer Haaiman, die scherpe critiek heeft uitgeoefend
op de handelwijze der Salariscommissie, wil Spr. er aan
herinneren, dat zijn partijgenoot Van Werkhooven ook
lid dier Commissie was.
Voorts deelt Spr. mede, dat hij de door den directeur der
Beplantingen opgezette administratie van de werkverschaf
fing op de Vrachelsche Heide heeft ingeziendeze was zoo