646 29 JULI 1931. terrein casu quo gesloten bebouwing. De Raad heeft destijds bij de vaststelling van het uitbreidingsplan vrijwel eenstemmig op ruime speelterreinen aange drongen men mag z.i. thans niet de mogelijkheid scheppen om een gedeelte daarvan als bouwterrein te gebruiken. Daarom stelt Spr. voor om het oor spronkelijk ontworpen speelterrein in zijn vollen om vang te handhaven. 2e. Zal de Speelhuislaan bij de aansluiting aan den Crogtdijk en nabij de brug over de Mark een haak vormige ombuiging krijgen. Dit komt Spr. niet noodig en alleszins ongewenscht voor. Daarom stelt hij voor, de Speelhuislaan in rechte strekking te verlengen. 3e. Dient het vrij drukke verkeer via den overweg bij het voormalige veilingsterrein, hetwelk met een omweg door de Van Voorst tot Voorststraat en de Speel huislaan naar den Terheijdenscheweg gaat, een betere verbinding in de richting van Terheijden te verkrijgen door óf de Slachthuisstraat óf de Polderstraat in rechte strekking naar den Terheijdenscheweg door te trekken. Hierin voorziet het uitbreidingsplan niet. Spr. geeft daarom den Raad in overweging, er bij Bur gemeester en Wethouders op aan te dringen dit partieele wijzigingsplan in bedoelden geest aan te vullen. Zijn meening over de onttrekking van het terrein, gelegen tusschen de Minister Kanstraat en de Van Voorst tot Voorststraat, heeft Spr. reeds bij de behandeling van punt 14 der agenda kenbaar gemaakt. Ten slotte moet hij er de aandacht op vestigen, dat een beslissing op het verzoek van P. L e g e i n bij deze gelegen heid is in uitzicht gesteld. Deze heeft namelijk verzocht om de speciale bestemming voor industrie, welke drukt op zijn grond, gelegen tusschen de Liniestraat, het Vugtstraatje en de Spoorbaan, in te trekken. Spr. stelt voor om daartoe in deze vergadering te besluiten en verzoekt in de gelegenheid gesteld te worden om dit voorstel toe te lichten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 646