29 JULI 1931.
647
Den heer MEIJVIS is het ook opgevallen, dat nu het
speelterrein, waaraan zoo groote behoefte is, van bestemming
verandert of zooveel kleiner van omvang zal worden. Spr.
betreurt dit ten zeerste en kan zich dan ook volkomen met
het voorstel van den heer Van Veen vereenigen, maar
hij vreest, dat er niet veel meer aan te doen is, aangezien
hij heeft gezien, dat er al rioleering in bedoeld terrein is
gelegd. Hij geeft daarom in overweging, in die omgeving
een andere ruime speelplaats te maken.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat, als het getij ver
loopt, men op tijd de bakens moet verzetten. Daarmede is
men thans bezig. Een uitbreidingsplan behoeft volstrekt niet
ongewijzigd uitgevoerd te worden. Men heeft dat kunnen
zien aan het plan Amsterdam-West, hetwelk ook na twee
jaar tijds al totaal veranderd is. Zoo ook hier. De veranderde
omstandigheden maken deze wijzigingen gewenscht. Nu daar
een behoorlijk architectonisch verzorgde kerk komt moet
deze het centrum worden van die wijk en behoort de om
geving daarbij te worden aangepast. Er moet derhalve wat
ruimte om de kerk worden gemaaktdit zal het aspect ver-
hoogen. Het uitbreidingsplan is niet roekeloos gewijzigd.
De wijziging is door drie deskundige instanties behandeld
en goedgekeurd. De Bouwcommissie, de Gezondheidscom
missie en de Inspectie van de volksgezondheid gaan ermede
accoord. Men zal daarom niet goed doen met daarin inci-
denteele wijzigingen aan te brengen. Het op het oorspron
kelijke plan geprojecteerde speelterrein dient verlegd te
worden, zulks in verband met de nieuwe verkaveling. Het
is echter het vaste voornemeif van Burgemeester en Wet
houders om in de Belcrumwijk een speelterrein te doen
aanleggen. Alleen willen zij zich nu niet binden aan een
bepaalde plaats. Hiertegen kan toch geen bezwaar zijn, als
men maar weet dat het speelterrein er komt. Ook kan men
momenteel niet uitmaken, of het te maken speelterrein
enkele tientallen vierkante Meters grooter of kleiner zal zijn