648
29 JULI 1931.
dan het oorspronkelijk geprojecteerde. Een en ander hangt
te veel samen met de vraag, hoe de toestand zich in die
omgeving zal ontwikkelen. En wat de bocht in de Speel
huislaan betreft, wat beteekent dat nu, wanneer het geheele
aanzien van den polder door de voorgestelde wijziging
verbeterd wordt? Er zijn zeer waarschijnlijk wel redenen
om het einde van de Speelhuislaan aldus te projecteeren.
Om dergelijke betrekkelijke kleinigheden moet men dit plan
niet onderstboven keeren.
De heer VAN VEEN zegt, dat hij niet de bedoeling
heeft het plan onderstboven te keeren, maar als hij fouten
daarin ontdekt, acht hij zich verplicht daarop te wijzen.
Spr. blijft zich verzetten tegen de voorgestelde aanzienlijke
inkrimping van het ontworpen speelterrein, aangezien er in
deze gemeente zoo groote behoefte is aan ruime speelter
reinen voor de jeugd. Als het noodig is het speelterrein
wat te verschuiven, laten Burgemeester en Wethouders dan
met een ander voorstel komen en laat men dit aanhouden.
Spr. stelt voor, het in elk geval op de oorspronkelijke grootte
te handhaven. Ook handhaaft Spr. zijn andere voorstellen en
verzoekt die in stemming te brengenhij vindt deze
daartoe van genoegzaam belang.
Wethouder VAN MIERLO merkt nog op, dat de kwestie
van Lege in hierbij niet thuis behoort, aangezien de Vugt-
polder niet onder deze wijziging valt.
De heer ZIJLMANS heeft als lid van de Bouwcommissie
dit plan niet gezien, doordat hij uitstedig was. Hij sluit
zich aan bij het betoog van den heer Van Veen.
De heer MEIJVIS wenscht de uitdrukkelijke toezegging
van Burgemeester en Wethouders te ontvangen, dat er in