664 30 JULI 1931. Wethouder VAN MIERLO zal er niet veel over zeggen wil men de zaak opvatten als het gevolg van het maken van een vergissing bij de opmeting der gronden, dan kan hij zich daarbij neerleggen. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor uitbreiding van de Veilingkade, luidende als volgt ,,In Juni 1928 vestigde de Havenmeester onze aandacht ,,op de noodzakelijkheid tot uitbreiding van de losgelegen- ,,heid aan de Veilingkade. De toenmalige Directeur van „Openbare Werken deed in Januari 192? een voorstel tot „voorbedoelde uitbreiding. „De ambtsopvolger van den heer J. F. A. Elich heeft „de behandeling dezer aangelegenheid overgenomen en de „destijds gemaakte begrooting van kosten ad f 6000,— „gehandhaafd. „Op grond van de ons overgelegde rapporten van den „Directeur van Openbare Werken en van den Havenmeester, „achten wij het uitbreiden der Veilingkade urgent. „Twee leden der Commissie van bijstand in het beheer „der Openbare Werken kunnen zich met de voorgestelde „uitbreiding vereenigenéén lid ziet de noodzakelijkheid „van de voorgestelde uitbreiding niet in; zijns inziens kunnen „goederen, welke niet voor de groentenveiling bestemd zijn, „gevoeglijk aan de Industriekade worden gelost en kan ook „de kop van de haven daarvoor in gebruik worden geno- „men. „Aangezien wij de zienswijze van de meerderheid der „betrokken Commissie van bijstand deelen, hebben wij de „eer U voor te stellen tot de voorgestelde uitbreiding der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 664