30 JULI 1931. 671 het overige gedeelte van den weg, hetwelk over de werf van den Houthandel van W. M o 1 loopt. Wil men den wantoestand ter plaatse bestendigen? Het is thans niet mogelijk met een kinderwagen of eenig ander voertuig over dat gedeelte van den weg heen te komen, aangezien het ligt bezaaid met boomstammen. In de tweede plaats vraagt Spr., of de voormalige Dijk- straat voorgoed van bestrating en rioleering wordt uitgesloten. Bij regenachtig weer loopt daar het water van den weg zoo maar de huizen bmnen. Spr. geeft in overweging, het gevraagde crediet te verhoogen, ten einde ook dit gedeelte weg in het bestratings- en rioleeringsplan op te nemen. De heer VAN DER VEN is het met den heer Me ij vis eens, dat de toestand daar onhoudbaar is. Spr. vestigt ook de aandacht op de Heidestraat en dringt er op aan ook die vóór den komenden winter in orde te brengen. De VOORZITTER merkt den heer Van der Ven op, dat dit thans niet aan de orde is. De heer VAN VEEN vraagt, in hoever de aanlegbelasting hier zal worden toegepast, daar dit uit het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet blijkt. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat het toch als bekend mag worden verondersteld, dat de aanlegbelasting alleen van toepassing is op eerste verharding en rioleering. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat er de hand aan zal worden gehouden, dat het stukje Slingerweg, hetwelk over de werf van den Houthandel van W. M o 1 loopt, open blijft voor het verkeer. Het is echter niet van zóó veel belang voor het verkeer om er een politie-agent bij te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 671