30 JULI 1931.
677
Wethouder VAN MIERLODaarvan is ons nog niets
bekend
De heer LOONEN merkt op, dat de risico, welke de
gemeente bij uitvoering in eigen beheer loopt, ten slotte
door den middenstand wordt gedragen. Ook vreest hij, dat
de dure machines, welke de gemeente dan moet aanschaffen,
later zullen staan te verroesten.
De heer VAN HOUTEN wil er den heer Van Mierlo
op wijzen, dat andere gemeenten, o.a. Hilversum, tot het
verstandig besluit zijn gekomen om voortaan alle werken in
eigen beheer uit te voeren. Alle raadsleden waren het er
daar mede eens, ook de Vrijheidsbonders. Waarom zou dat
hier niet kunnen?
Wordt het werk openbaar aanbesteed en schrijft men in
de bestekken voor, dat bij de uitvoering daarvan 100
Bredasche arbeiders te werk moeten worden gesteld, dan
zullen de aannemers weer een heel schepje op de inschrij
vingssom doen.
Spr. is er van overtuigd, dat dit werk best in eigen
beheer kan worden uitgevoerd. De heer Van Mierlo heeft
gewezen op mogelijke stagnatie bij den dienst van Openbare
Werken in dat geval. Spr. heeft evenwel geen bezwaar
tegen de aanstelling van de noodige tijdelijke technische
krachten. Zulks is meteen bevorderlijk om de heerschende
werkloosheid onder dat soort lieden op te heffen. Spr.
handhaaft dan ook zijn voorstel.
De heer KROONE voelt, dat aanschaffing van het
materieel, benoodigd voor uitvoering van het geheele werk
in eigen beheer, moeilijkheden zou geven; hij is daarom
niet voor uitvoering van het gebeele werk in eigen beheer,
maar wel voor het voorstel van den heer Broos, vooral nu
het materieel, hetwelk thans in de Bloemenbuurt gebruikt
wordt, eerstdaags vrijkomt.