682 30 JULI 1931. „Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg-Mij B. „Aan de Naamlooze Vennootschap Zuid-Nederland- „sche Stoomtramweg-Maatschappij voor 1931 éénmaal „een bijdraqe ,,a fonds perdu" te verleenen van „f 4411.20, doch uitsluitend voor het doel, vermeld in „het verzoekschrift van den Raad van Commissarissen „dier maatschappij van 8 Mei 1931, en onder de na volgende voorwaarden en bepalingen le. „Door het Rijk en door de provincie Noordbrabant „worden voor hetzelfde doel over 1931 aan die „maatschappij bijdragen verleend 2e. „Het door de gemeente uitgekeerd subsidie, zal zonder „ingebrekestelling van de N. V. onmiddellijk opeisch- „baar zijn a. „indien de exploitatie van den tramweg of een deel „daarvan wordt gestaakt; b. „indien de N.V. in staat van faillissement wordt ver klaard of ontbonden c. „indien de Staat in het bezit van den tramweg treedt „en alsdan niet blijkt, dat deze ten opzichte van het „subsidie in de plaats wil treden van de N.V. d. „indien deze voorwaarden niet worden nagekomen „en op grond daarvan teruggave wordt verlangd. 3e. „De N.V. zal zich door een schriftelijke verklaring „tegenover de gemeente moeten verbinden deze „voorwaarden en bepalingen te aanvaarden en te „zullen naleven. „Ter toelichting dezer voorwaarden moge dienen, dat die „sub. 2 en 3 zijn overgenomen uit het voorstel van Ged. „Staten aan de Staten dezer provincie tot subsidieering der „meergenoemde maatschappij. De heer ZIJLMANS zegt het volgende; Tot mijn spijt heb ik de vorige vergadering, waarin deze subsidie-kwestie is behandeld, niet kunnen bijwonen. Ik zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 682