19 AUGUSTUS 1931.
705
de openbare straat, als de vacantie-tijd voorbij is. Wellicht
kan de verordening dan een meer soepele toepassing
vinden.
De heer COHEN merkt op, dat een soepele toepassing
zoo'n rekbaar begrip is. Zijns bedunkens behoort degene,
die op de naleving van de bepalingen der A. P. V. moet
toezien, toch te weten, of het gebruik van autopeds op
den openbaren weg geheel en al is verboden of dat het
hier en daar, b.v. op stille wegen, is toegestaan.
De VOORZITTER zegt, dat het gezond verstand der
agenten van politie bij de toepassing der verordening een
rol behoort te spelen.
De heer KROONE is het met de Politie eens, dat er
maatregelen tegen het rijden met autopeds op den open
baren weg genomen moeten worden, maar zijns inziens zijn
er stadswijken, waar men het gebruik absoluut zou kunnen
verbieden en buitenwijken waar het wel zou kunnen wor
den toegestaan. Men weet dan ten minste waaraan men
toe is.
De VOORZITTER zegt, dat met de hier gemaakte op
merkingen zal worden rekening gehouden.
De heer VAN VEEN acht het hoog noodig, dat er in
dezen tijd van snelverkeer, ergens een plaats is, waar de
voetganger veilig is. Hij wil daarom het verbod tot het
gebruik van autopeds, zoowel voor de binnen- als voor de
buiten-stad handhaven.
Daarop wordt besloten voormeld adres te stel
len in handen van Burgemeester en Wethouders
ter afdoening.