19 AUGUSTUS 1931.
731
„op den kapitaaldienst een bedrag uitgetrokken van f 230.000.—
„voor verbetering van de Markkade.
„Het is een der werken, welke wel zeer dringend de
„aandacht vragen, doch bij welker voorbereiding zooveel
„problemen moesten worden opgelost, dat zij een ruimen
„tijd van voorbereiding eischten.
„In dit verband moge allereerst worden herinnerd aan de
„langdurige en ernstige pogingen, welke destijds zijn aange-
„wend om langs minnelijken weg van ieder der eigenaren
„der aan bovengenoemden weg gelegen gronden en gebou-
„wen een billijke bijdrage in de kosten van het te onder
nemen werk te verkrijgen. Toen de gevoerde onderhande
lingen niet tot een bevredigend resultaat konden leiden
„werd dezerzijds in Uwe vergadering van 22 November
„1928 een voorstel gedaan tot het invoeren eener belasting
„in den zin van art. 242d (oud) der gemeentewet. Nadat
„dit voorstel op meerdere punten, ter voldoening aan de
„door Uwen raad uitgesproken wenschen was gewijzigd,
„werd het in Uwe vergadering van 13 Juni 1929 aan
genomen. De verordening werd opgenomen in gemeente-
„blad nr. 475.
„Zoodra daarna .op deze verordening bij Koninklijk besluit
„van 20 September 1929 nr. 30 de Koninklijke goed
keuring was verkregen, werd een plan ontworpen, dat de
„verbeteringen omvatte, welke bij hare samenstelling nood
zakelijk werden geacht en waarvan de kosten destijds
„globaal werden geraamd op f 267000.
„Nadat in de uitwerking van dit plan o.m. door de
„directeurswisseling bij den dienst van Openbare Werken
„eenige stagnatie was ontstaan, werd op 19 November 1930
„met vertegenwoordigers van een der meest belanghebbende
„industrieën op hun verzoek een bespreking daarover
„gehouden. Hierbij werd van die zijde, in verband met den
„minder goeden economischen toestand, op de groote kost
baarheid van dit plan gewezen en werd een eenvoudiger
„oplossing voorgesteld, die alleen den aanleg van een beteren
