19 AUGUSTUS 1931.
737
2e. „De slangen verkeeren in goeden staat en steeds
„wordt bij aankoop voor beste kwaliteit gezorgd.
„Het z.g. doorzweeten bij het gebruik in de eerste
„minuten komt altijd voor en doet aan de bruikbaar
heid niets af. Het nu en dan ontstaan van gaatjes
„in een oude slang, veroorzaakt evenmin eenig nadeel
„en mag geen reden zijn om de slang, die f 2,25
„per meter kost, direct buiten gebruik te stellen. Bij
„meer ernstige lekkage kan bovendien onmiddellijke
„stopping plaats hebben met een klemband.
3e. „De alarmschellen ten huize der wekkers worden 2
„maal per week beproefd en eventueele storingen
„worden steeds met den meesten spoed opgeheven."
De heer MEIJVIS verklaart, dat, als de heer Van Mierlo
zooeven niet zoo schamper over zijn opmerkingen gesproken
had, hij over het schrijven van het Brandweercollege niets
gezegd zou hebben. Nu wil hij er toch op wijzen, dat het
geen hij met betrekking tot de poreusheid der brandslangen
heeft opgemerkt, niet van allen grond ontbloot ishet
Brandweercollege geeft toe, dat het z.g. doorzweeten altijd
voorkomt en dat er nu en dan gaatjes en soms ernstige
lekkage in de slangen ontstaan, waarvoor men klemband
noodig heeft.
Ook zijn opmerking betreffende de alarmschellen ten huize
van de brandgasten is niet ten onrechte gemaakt. Immers, het
Brandweercollege erkent, dat die schellen tweemaal per week
nagezien worden en dat eventueele storingen dan worden
opgeheven. Dat dit tweemaal per week moet gebeuren,
stemt volgens Spr. tot nadenken. Dat die schellen inderdaad
in ongunstige conditie verkeeren is hem verteld door lieden,
die zelf zoo'n schel in huis hebben. Spr. blijft erbij, dat er
toch fouten bij de brandweer zijn.
Wat betreft de uitnoodiging aan de leden van den Raad
om een demonstratie met de nieuwe brandladder te komen
bijwonen ten einde zich persoonlijk te kunnen overtuigen