740 19 AUGUSTUS 1931. Wat de totstandkoming van bedoeld reglement betreft, daaraan wordt ijverig gewerkt. Er zijn bijzondere oorzaken van vertraging. De heer VAN HOUTEN zegt, dat het Burgemeester en Wethouders toch lang genoeg bekend was, dat het ambte naren-reglement op 1 September 1931 in werking moest zijn. Heeft een gemeente niet aan dien wettelijken eisch voldaan, dan kunnen de Gedeputeerde Staten aan Burge meester en Wethouders opdracht geven een zoodanig regle ment samen te stellen. De Raad is dan uitgeschakeld. In deze gemeente bestaat nog maar alleen een werklieden reglement en een regeling voor het georganiseerd overleg in ambtenaarsaangelegenheden. Deze regelingen zullen toch gewijzigd moeten worden, o.a. met betrekking tot het ge organiseerd overleg. Dit is hier namelijk zeer primitief; het is b.v. nog gescheiden in een commissie van georganiseerd overleg voor ambtenaren en een voor werklieden, terwijl de nieuwe wettelijke regeling slechts één commissie kent, waarin zoowel ambtenaren als werklieden vertegenwoordigd zijn. Ook is hier het politiecorps niet in het georganiseerd over leg betrokken. Spr. had gedacht, dat Burgemeester en Wethouders er voor gezorgd zouden hebben, dat hier, evenals in andere gemeenten, vóór 1 September 1931 een ambtenaren-reglement zou zijn tot stand gekomen. Dit is evenwel niet gebeurd en zoo zal Breda op genoemden datum in een uitzonderings positie komen te verkeeren. Spr. verwacht echter van Burgemeester en Wethouders, dat zij alsnog ten spoedigste maatregelen zullen treffen, opdat zulks voorkomen worde. De heer HA ALM AN sluit zich geheel aan bij de woorden van zijn partijgenoot Van Houten. Spr. kan niet goed begrijpen, dat hier deze aangelegenheid nog niet geregeld is kunnen worden, terwijl alle andere gemeenten, ook zelfs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 740