742 19 AUGUSTUS 1931. ter hand te nemenzij zijn dus in gebreke gebleven hun taak ten deze naar behooren te vervullen. De vraag is nuWat zijn Burgemeester en Wethouders van plan te doen? Zijn zij voornemens gebruik te maken van de bevoegdheid, hun in art. 126 der Ambtenarenwet toegekend, en zal de Raad op die wijze worden uitgescha keld bij de samenstelling van het Ambtenaren-reglement Of zijn zij van plan den Raad toch nog een ontwerp-reglement ter vaststelling voor te leggen? Spr. verlangt hieromtrent een pertinente verklaring van Burgemeester en Wethouders, zonder eenige restrictie, anders zal Spr.'s fractie het uitschrij ven van een raadsvergadering ter behandeling van bedoelde aangelegenheid vóór 1 September a.s. eischen. De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Haaiman zeer wel weet, dat Burgemeester en Wethouders een politiek als hij hun in de schoenen tracht te schuiven, niet voeren. Zij denken er natuurlijk niet aan om een aangelegenheid als deze, welke zoo bij uitstek des Raads is, naar zich toe te trekken. De zaak is eenvoudig dezeer zijn bijzondere om standigheden, welke vertraging in de afwikkeling van deze aangelegenheid hebben veroorzaakt. Burgemeester en Wet houders hopen echter binnenkort met de voorbereidende werkzaamheden gereed te zijn, waarop zij den Raad onver wijld een ontwerp-reglement ter vaststelling zullen voorleg gen. Ook zonder pertinente of impertinente vragen zou dit zijn geschied. De heer HAALMANDat Burgemeester en Wethouders een dergelijke politiek niet voerden, wist ik niet, maar ik hoopte het. 2. De heer ZIJLMANS zegt, dat het herhaaldelijk voor komt, dat fietsers rijden buiten het tegelpad, dat bij den toegang tot het Valkenberg (aan de zijde van de Catharina-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 742