1 SEPTEMBER 1931. 751
Afwezigde heer P. G. GRUIJS.
Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEECK,
burgemeester.
Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW.
Alvorens de vergadering wordt geopend, wordt, over
eenkomstig de op 23 Augustus 1919 vastgestelde regeling
in zake de plaatsing der leden van den Raad, overgegaan
tot loting voor de plaatsen der groepen, waarvan de uitslag
is als volgt
No. 1Sociaal-Democratische Arbeiderspartij
2: R. K. Staatspartij;
3Vrijheidsbond
4: Protestantsch Christelijke Partij.
Daarop houdt de VOORZITTER de volgende rede:
Mijne Heeren,
Alvorens onze werkzaamheden aan te vangen, waarop wij
na deze nieuwe periode met voldoening hopen terug te
zien, moge ik de leden, opnieuw of voor het eerst door het
vertrouwen der Bredasche ingezetenen naar deze zaal gezon
den, met de gewichtige opdracht door onze burgerij hun
gegeven, gelukwenschen.
In de laatste vergadering van den thans vervangen Raad
was ik de tolk dier burgerij, toen ik een dankwoord richtte
tot het aftredende college, dat in een belangrijke periode,
immers de eerste na de uitbreiding der gemeente, vrucht
baren arbeid had geleverd.
De vragen waarvoor wij thans staan, zijn deels dezelfde,
deels nieuwe. Den groei van onze stad te leiden, zoodat
aan de eischen van practischen en aesthetischen aard wordt
voldaan, behoort tot eerstbedoelde vraagstukkenhet over-