796 30 SEPTEMBER 1931. „hoofdcommies ter gemeentesecretarie den heer Beekers, „die daarvoor bij een driejarig contract een huur betaalde „van f 325.— per jaar. Na de bewoning door den heer „Van Koolwijk, werd het pand betrokken door den „Hoofdcommies ter gemeente-secretarie den heer Van „Gils, die een huur betaalde van f 550. „Uit vorenstaande blijkt dus, dat belanghebbende nimmer „het huis heeft bewoond, zooals het door zijn voorganger, „op wiens salaris daarvoor een korting van f 175.— werd „toegepast, het heeft verlaten. „Wel zegt de heer van Koolwijk, dat hij thans ook „nog een hoogere personeele belasting zal moeten betalen, „maar zulks is niet juist, want bij onderzoek is gebleken, „dat na de verbouwing voor die belasting het pand steeds „is geschat op f 500. „Daarom hebben wij dienovereenkomstig de salariskorting „vastgesteld op f 500.en lieten uit coulantie deze ver- „hooging der korting ingaan op 1 Augustus j.l., datum van „ingang der salarisverhooging. „Daarmede heeft de verordening, opgenomen in Gemeente- „blad nr. 303, onder Algemeene Bepalingen sub. 4, tweede lid, „bepalende, dat het salaris verminderd moet worden met „een bedrag, gelijk aan de geschatte huurwaarde voor de „personeele belasting over het dienstjaar, waarin het genot „aanvangt, hare juiste toepassing verkregen. „Door deze toepassing wordt voorkomen, dat wat nimmer „in de bedoeling van den Raad heeft gelegen het salaris „van den directeur der gemeente-beplantingen zou uitgaan „boven dat van den directeur der gemeente-reiniging. „Wel is waar ving in 1923 het genot aan, doch daar „over dat jaar geen schatting voor de personeele belasting „heeft plaats gehad, moest de eerste schatting na de ver bouwing worden aangenomen. Deze had plaats over het „dienstjaar 1924 en wel tot een bedrag van f 500. „Uit vorenstaande moge blijken, dat in deze zaak door ons „niet anders kon worden gehandeld dan is geschied.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 796