824 30 SEPTEMBER 1931. De heer MABELIS kan zich wel vereenigen met het afwijzend prae-advies. Spr. onderschrijft hetgeen Wethouder Van Buitenen in de vergadering 23 Juni j.l. heeft gezegd, namelijk dat deze kwestie langs anderen weg is op te lossen en wel door het geven van gratis bioscoop voorstellingen voor werkloozen, maar dan in de middaguren. Zijns inziens kan dit alleen dan eenig nut hebben, want bioscoopbezoek in de avonduren werkt uithuizigheid in de hand en doet derhalve afbreuk aan het gezinsleven. Over het algemeen verwacht Spr. echter niet veel heil van bioscoopbezoek. Toch is ook hij van oordeel, dat er iets gedaan moet worden ter ontspanning van de werkloozen. Zou het met mogelijk zijn, vraagt Spr., om met de openbare leeszalen een overeenkomst te sluiten tot het gratis uitleenen van boeken aan werkloozen De heer KROONE is het met den heer Haaiman eens, dat men den een niet datgene mag onthouden, waarvan de ander geen gebruik wenscht te maken. Ook Spr. geeft de voorkeur aan het geven van gratis bioscoopvoorstellingen voor werkloozen boven het verstrekken van vrijbiljetten men heeft dan ook nog het voordeel, dat men rekening kan houden met den inhoud van hetgeen vertoond wordt. Maar, men kan zulks niet van de bioscoop-directies vergen. Spr. vraagt Burgemeester en Wethouders, of het niet mogelijk is de zaak nog eens te bekijken of iets te doen in de richting, door den heer M a b el i s aangegeven. Wethouder VAN BUITENEN verklaart, dat hij niet anders dan fiscale bezwaren tegen het voorstel van den heer Haaiman heeft. Deze heeft twee zaken in het geding gebrachtlo. de opmerking van Burgemeester en Wethouders over de Katholiek georganiseerden, die geen gebruik maken van de vrijgevigheid der bioscoopdirecties en 2o. de controle-kwestie. De bewuste zinsnede, vermoedelijk overgenomen uit een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 824