828
30 SEPTEMBER 1931.
„adres met motie van den plaatselijken Raad uit de moderne
„arbeidersbeweging.
„Naar aanleiding van het daarin gevraagde, hebben wij de
„eer U het volgende te doen opmerken.
„Ad. Ie. (Huurtoeslag voor werkloozen).
„Wij stelden een onderzoek in aangaande steunverleening
„aan werkloozen bij een tiental gemeenten, welker steun
regelingen wanneer men rekening houdt met het verschil
„in loon- en levensstandaard wel vergelijkbaar zijn. Aldus
„vergeleken, kan men niet zeggen, dat de steunverleening
„in deze gemeente verbetering noodig heeft om den steun
„gelijkwaardig te doen zijn met die in andere gemeenten.
Hierbij dient ook te worden bedacht, dat elders evenals
„hier ter stede aan den totalen steun een limiet is gesteld
„van 65% (voor gezinnen bestaande uit minder dan zes
„personen) en 70% (voor gezinnen uit zes of meer personen
„bestaande) van het gewoonlijk verdiende loon. Die percen
tages zijn van Rijkswege gesteld voor alle gesubsidieerde
„steunregelingen en dus door den Raad niet te veranderen.
„Is dus de basis der uitkeering zóó gesteld, dat met
„berekening van den kindertoeslag de genoemde percentages
„der gemiddeld verdiende loonen worden bereikt, dan heeft
„elke andere toeslag geen effect, behalve voor hen, die óf
„geen kinderen hebben, óf gewoonlijk hooge loonen verdienden.
„Het wil ons voorkomen, dat als meerdere steun moest
„worden verleend de zooeven bedoelden daarvoor niet
„het eerst in aanmerking komen, wat het geval zou zijn
„wanneer toeslagen werden gegeven als door adressant
„gevraagd en de maximum-percentages blijven.
„Een gezin met 3 kinderen kan bij de bestaande regeling
„f 12,— f 3.f 15,— per week ontvangen, hetwelk
„ongeveer 65% is van f 22,50. Een gezin met 5 kinderen
„kan ontvangen f 12,— -f f5,— f 17,— hetwelk onge-
„veer 70% is van f 24, Hieruit volgt dat hij die gewoonlijk
„f 22,50 of minder verdient en 3 kinderen heeft niets aan
„huurtoeslag zou kunnen ontvangen. Dit geldt ook voor den
