30 SEPTEMBER 1931.
829
„werklooze, die gewoonlijk f 24,— per week verdient en 4
„of meer kinderen heeft. Alleen degenen, die minder kinderen
„hebben en daardoor minder kindertoeslag ontvangen, zouden
„meer of minder van huurtoeslag kunnen proflteeren, totdat
„ze aan 65%, respectievelijk 70% van hun gewone loon
„kwamen. De hiervoor genoemde weekloonen liggen eer
„boven dan beneden den gemiddelden loonstandaard hier
„ter stede, zoodat wij meenen te hebben aangetoond, dat
„vaststellen van een huurtoeslag alleen ten goede kan komen
„aan hen, die kleine gezinnen hebben of die wanneer zij
„werken hooge loonen verdienden.
„Ad. 2e. (Uitbreiding werkverschaffing of streven naar meer
werkverruiming).
„Hierbij nemen wij de vrijheid op te merken, dat èn bij
„Uwen Raad èn bij ons college, daarnaar bij voortduring
„wordt gestreefd. Wat werkverschaffing betreft, keurde Uwe
„Raad nog in zijn vergadering van 19 Augustus 1.1. twee
„voorstellen onzerzijds, betrekking hebbende op werkver
schaffing, goed.
„De telkens weer gevoteerde credieten, o.a. voor aanleg
„en verbetering van bestratingen en rioleeringen, wijzen er
„wel op, dat zooveel mogelijk naar werkverruiming wordt
„gestreefd.
„Ad. 3e. (Uitkeering ineens ter voorziening in aanschaffing
„van kleeding en schoeisel voor daarvoor in aanmerking
„komende werkloozen.)
„Het wil ons voorkomen, dat dit voorstel geheel en al
„op het terrein der armenzorg treedt. De formuleering
„daarvoor in aanmerking komende werkloozen wat dus
„inhoudt„geen algemeene regeling", wijst daar eveneens op.
„Afgezien nog van het feit, dat Uw Raad zich steeds op
„het standpunt stelde, dat werkloozenzorg geen armenzorg
„behoort te zijn, is het geheel ongewenscht, dat de Raad
„de armenzorg zelf ter hand neemt, waar hij zelf daarvoor
„een orgaan heeft ingesteld.
„In geen der bij le. bedoelde gemeenten is dan ook een
