23 FEBRUARI 1931. 85 De heer ZIJLMANS geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, het billijke verzoek van den heer Gruijs c.s. in te willigen. De heer VAN DE VEN is het in deze niet met den heer Zijl mans eens. Het gaat nu alleen maar over het kennisnemen van de centraal-rapporten en de antwoorden daarop. Daarmede kan men z.i. nu toch wel gereed zijn; Spr.'s fractie is tenminste klaar. Wethouder VAN BUITENEN neemt aan, dat de heer G r u ij s c.s. moeite heeft om op tijd met de bestudeering van de begrootingsstukken gereed te komen, maar daarom kan men de zaken van anderen, die nu eenmaal met den datum, waarop de begrootingsvergadering is uitgeschreven, rekening hebben gehouden, niet in de war sturen. Het voorstel van den heer Gruijs, om den datum der openbare vergadering tot behandeling der begrootingen een week te verschuiven, wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 15 tegen 8 stemmen. Tegen: de heeren Van de Ven, Broos, Van Ooste rum, Brantjes, Esbach, Schrauwen, Loonen, Van Mierlo, Cerutti, Van Noort, Ku ij laars, Van der Ven, Van Buitenen, Elich en Kroone. Voor; de heeren Meijvis, Haaiman, Van Houten, Van Bedaf, Van Veen, Gruijs, Zijlmans en Cohen. Daarop stelt de VOORZITTER aan de orde 1. Bericht van den Commissaris der Koningin in de pro-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 85