870 4 NOVEMBER 1931 met de huurprijzen van andere in de gemeente gelegen gronden is f 1,— per M2. voor dezen grond een behoorlijke huurprijs. Den heer HAALMAN wil het voorkomen, dat dit voorstel wel wat laat komtde rijwielbergplaats staat er namelijk al. Burgemeester en Wethouders hadden eerder moeten komen met hun voorstel, want wat zal er gebeuren als de Raad nu eens niet op het voorstel ingaat? Het gaat niet aan, den Raad voor een „fait accompli" te stellen. Spr. is er voor om den bestaanden toestand te doen voortduren. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat, als de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders mocht verwerpen, de toestand blijft zooals hij op het oogenblik is. Spr. wil er echter op wijzen, dat de rijwielbergplaats vroeger uit een leelijk houten gebouw bestond. Thans is zij vergroot en gemoderniseerd. En nu lijkt het Spr. ook uit dit oogpunt bezien niet juist om de Maatschappij de pin op den neus te zetten. De VOORZITTER sluit zich aan bij de woorden van den heer Van M i e r 1 o en geeft den Raad in overweging de redelijke vergoeding, die Burgemeester en Wethouders voorstellen, goed te keuren. Spr. zal het voorstel van Burgemeester en Wethouders nu in stemming brengen, mocht dit niet worden aangenomen, dan zal met de Maat schappij in nader overleg getreden worden. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aange nomen met 17 tegen 10 stemmen. Voor: de heeren P1 e ij t e, V en k e r, M a b eli s, Schrau-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 870