4 NOVEMBER 1931.
875
De behandeling van de punten 44 en 45 der agenda wordt
aangehouden tot een volgende vergadering.
46. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
wijziging van de verordening op het slachten van slacht
dieren elders dan in het Openbaar Slachthuis en van de
verordening, regelende den keuringsdienst van slachtdieren
en vleesch, luidende als volgt:
„Met betrekking tot nevensgaand, in onze handen om
prae-advies gesteld adres van een aantal landbouwers hebben
wij de eer U mede te deelen, dat wij na ingewonnen advies
van den Veterinair Inspecteur der Volksgezondheid en van
de Commissies voor het Slachthuis en de Veemarkt van
meening zijn, dat een proef kan worden genomen met het
toelaten van het doen van huisslachtingen. De motieven, die
ervóór zijn aan te voeren, zijn niet zoo klemmend en de
werking in de practijk is zoo weinig te voorzien, dat het
ons niet wenschelijk voorkomt in de verordening een onbe
perkte toelating van huisslachtingen op te nemen. Ook reeds
uit een oogpunt van controle is het gewenscht huisslach
tingen slechts te doen verrichten door diegenen, die daartoe
vergunning van of namens Burgemeester en Wethouders
hebben verkregen. Ons College stelt zich voor in den beginne
vergunning te verleenen voor elk te slachten dier, om bij
gebleken goede werking in de practijk zoo noodig over te
gaan tot het verleenen van vergunningen tot wederopzeg-
gens.
In elk geval dient de keuring van huisslachtingen gehand
haafd te blijven. Zij kan, in tegenstelling met de tot heden
gevolgde practijk, ter plaatse van het slachten geschieden.
Eveneens dient ertegen te worden gewaakt, dat het
vleesch van huisslachtingen afkomstig in den handel wordt
gebracht, waarvoor het trouwens niet is bedoeld.
Om een en ander mogelijk te maken zal art. 2 der ver-