892
4 NOVEMBER 1931.
komen, terwijl ik dan gaarne zou zien, dat eventueele extra-
steun in de eerste plaats zal ten goede komen aan hoofden
van kinderrijke gezinnen, die al geruimen tijd werkloos zijn
en die in verhouding tot hun gezinsbehoeften een te laag
loon hebben verdiend, met het gevolg, dat zij aan steun
veel minder hebben ontvangen dan per week f 12,— -f-
f 1,— voor ieder kind beneden 16 jaar, dat te hunnen laste
is.
Wat de uitbreiding van werkverschaffing en werkverruiming
betreft, moet, voor wat de werkverschaffing aangaat, worden
erkend, dat de credieten, hiervoor in 1931 toegestaan,
namelijk f 82.770, belangrijk hooger zijn dan het bedrag,
hetwelk daarvoor in 1930 werd uitgegeven, namelijk
f 10.068, Toch hoop ik, dat ons College in navolging van
het gemeentebestuur van 's-Hertogenbosch, dat hiervoor
nog kortgeleden belangrijke credieten toestond, elk doel
matig middel zal aangrijpen om hieraan de noodige uit
breiding te geven. Daarbij in aanmerking nemende, dat
voor werkverruiming de laatste jaren groote credieten
werden toegestaan, zal het m.i. wel bezwaarlijk zijn om
met eenige kans op succes op nog meer uitbreiding te
rekenen.
In het kort, Mijnheer de Voorzitter, heb ik over deze
voorstellen mijn zienswijze willen kenbaar maken om aan te
toonen, dat die voorstellen door mij niet worden beschouwd
als communistische voorstellen, maar als voorstellen, die
overwogen dienen te worden. Daarom hoop ik, dat de
heeren Me ij vis en Van Houten in het vervolg geen
verkeerde, maar een juiste weergave zullen geven van het
hier door mij gesprokene, al zou dat dan ook misschien op
bepaalde personen niet den gewenschten indruk maken. Wat
toch is het geval In de raadsvergadering van 30 September
j.l. beweerde de heer Me ij vis, dat ik nu wel weer zou
zeggen, dat dit communistische voorstellen waren, terwijl de
heer Van Houten in ongeveer gelijken trant sprak bij
zijn commentaar op de begrootingsdebatten. Edoch, nimmer