4 NOVEMBER 1931. 905 zijn. Er zijn nog altijd menschen, die meenen, dat door Rijk en gemeente, met wat goeden wil, allen nood van de werk- loozen zou kunnen worden weggenomen. Anderen, onder wie ook weldenkende sociaal-democraten, weten wel, dat de Overheid niet meer kan doen dan dien nood lenigen. Spr. acht 1 H.L. cokes per week niet te weinig; hij weet van zeer nabij, dat het zeef wel mogelijk is om bij zuinig gebruik en niet al te hevige koude met één mud cokes per week rond te komen. Men moet hierbij ook niet uit het oog verliezen, dat deze cokes-verstrekking is bedoeld als een toeslag op brandstoffen. Bij zeer strenge koude zijn Burge meester en Wethouders natuurlijk bereid een grootere hoe veelheid te verstrekken. Verder is er gevraagd; „Is er wel een regeling noodig, waarbij men zich heeft aan te melden om voor verstrekking van cokes in aanmerking te komen?" Spr. moet die vraag bevestigend beantwoordenhet is namelijk vroeger wel eens voorgekomen bij vooraf bezorging, dat de cokes geweigerd werd. Wat kan er tegen zijn om zich even daarvoor op te gevende werkloozen komen toch dagelijks op de Arbeidsbeurs. Zoodra het raadsbesluit is goed gekeurd, zal met de uitdeeling worden begonnen. Er is geen bezwaar om aan het eerste verzoek van den heer M a b e 1 i s te voldoende raadsleden zullen dus ieder een exemplaar van de thans geldende steunregeling ontvangen. Wat het tweede verzoek betreftde gegevens met betrekking tot het onderzoek, ingesteld naar de steunregelingen in een 10-tal gemeenten, zijn bij de commissie van advies geweest. Een ieder, die daarin belang stelt, kan ze ter inzage verkrijgen. Spr. vindt het evenwel niet prettig te moeten hooren„Wij gelooven U eerst, als U ons Uw gegevens laat zien." Zoo heeft de heer K r o o n e verklaart, wel te willen aannemen, wat Burgemeester en Wethouders in hun prae-advies vermelden over het oordeel van den Minister over den bij de steunuitkeeringen aan te leggen maatstaf, doch dat hij toch liever de daarover gevoerde correspondentie had zien overgelegd aan den Raad. Burgemeester en Wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 905