932
3 DECEMBER 1931.
dat de woningen aan alle eischen voldeden de Gezondheids
commissie en de Directie van Openbare Werken waren te
voren gehoord.
De heer VAN DER VEN houdt vol, dat de woningen
reeds bewoond waren toen het verzoek om opheffing der
onbewoonbaarverklaring inkwam.
Wethouder VAN MIERLO: Dan is dit op onrechtmatige
wijze geschied.
Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu conform
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
onbewoonbaarverklaring van de woningen Dieststraat nos. 1,
6, 6a en 8, Nieuwehuizen nos. 25a, 81, 83, Vlaszak no. 8
en Bredascheweg nos. 96, 98, 100, 102, 104, 106, 108,
110 en 112.
Wethouder VAN MIERLO deelt mede, dat dit voorstel,
voor zoover het de woningen aan den Vlaszak en den
Bredascheweg betreft, van de agenda behoort te worden
afgevoerd, aangezien het wenschelijk is gebleken daaromtrent
nog een nader onderzoek in te stellen. De rest van het
voorstel kan thans worden afgedaan.
Den heer VAN DER VEN doet het genoegen, dat deze
krotten worden opgeruimd. Over drie maanden moeten zij
ontruimd worden en dan zullen de gemeente-woningen aan
het Westeinde juist gereed zijn. In dit verband vraagt Spr.,
of er dan voldoende woningen voor de bewoners van deze
onbewoonbaar te verklaren woningen beschikbaar zullen zijn