940 3 DECEMBER 1931. ,,Het prae-advies op deze aanvrage is vertraagd, doordat het „ons college bekend was geworden, dat de Rijkswaterstaat „schijnbaar plannen koesterde om de ceintuurbaan, welke „reeds ontworpen was op het uitbreidingsplan van Breda ter „plaatse van bovengenoemde terreinen, te veranderen en „over deze terreinen te projecteeren. Blijkens gevoerde „correspondentie met den Minister van Waterstaat is echter „van de aanvankelijke plannen tot verlegging van de cein tuurbaan afgezien, zoodat thans de aanvrage van adressante „kan worden afgedaan. „Bij het beschouwen van de plannen van adressante in „verband met het bestaande uitbreidingsplan, kwam het ons „echter wenschelijk voor om in het uitbreidingsplan in de „omgeving van het z.g. Sportparkkwartier wijzigingen aan te „brengen, o.m. met de bedoeling om tot meer doelmatige „verkaveling van bouwterreinen te geraken en het Sportpark „in de toekomst meer tot centrum van het Sportparkkwartier „te maken. Deze wijzigingen zijn door den Dienst van „Openbare Werken uitgewerkt en zullen aan den Raad ter „beoordeeling worden voorgelegd. „Een en ander heeft tot gevolg, dat de verkaveling van „de terreinen, zooals adressante die zich dacht en zooals op „het oorspronkelijk uitbreidingsplan staat aangegeven, niet „behouden kan blijven. Een andere verkaveling, zooals „bijgaande teekening 115 43 aangeeft, welke veel ruimere „bouwblokken geeft en waarmede adressante zich accoord „verklaarde, is door den Dienst van Openbare Werken „ontworpen. Hierbij blijft de te bebouwen oppervlakte ongeveer „gelijk, doch zijn de straten slechts anders geprojecteerd. „Om echter tot een alleszins gewenschte afronding der „bouwblokken te geraken is het noodig, dat het op bijgaande „kaart 113 29 in rood en groen aangegeven perceel sectie „D. no. 154, dat in zijn geheel aan één eigenaar behoort, „worde aangekocht. Het in rood aangegeven perceelsgedeelte „is noodig voor bouwterreinhet in groen aangegeven stuk „vormt een deel van het in de toekomst daar ter plaatse

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 940