978
16 DECEMBER 1931
Verder zegt Spr., dat het voorstel, waarmede Burgemeester
en Wethouders naar den Minister zijn gegaan, niet gelijk
was aan dat van den Plaatselijken Raadhet was een voor
stel, dat alleen van Burgemeester en Wethouders uitging.
Dezen hadden den Raad eerst erover moeten raadplegen,
op welk voorstel zij de ministerieele goedkeuring zouden
vragen. Op die wijze gaat men elders ook te werk. Burge
meester en Wethouders zijn dan tegenover de gemeen
tenaren gerechtvaardigd. Spr. en zijn fractie-genooten
wenschen aan de door Burgemeester en Wethouders gevolgde
gedragslijn niet mede te werkenzij laten zich niet langer
meer uitschakelen.
Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat men voor de
cijfers verschillende waardeering kan hebben, door waar
deering van de cokeswaarde, welke het vorig jaar bij de
kerstgave was ingesloten. Dan kan het zijn, dat zij iets lager
zijn dan die van verleden jaar. Als de Raad zich niet daar
mede zou kunnen vereenigen, dan draagt Spr. daarvoor
geen verantwoording. Burgemeester en Wethouders hadden
nu den Raad over een en ander kunnen hooren en dan
naar den Minister kunnen gaan, maar dan was de zaak niet
op tijd gereed en de regeling niet anders geweest. De
Minister heeft, onafhankelijk van de voorgestelde cijfers,
voor Breda evenals voor andere gemeenten, de kerstgave
bepaald op 25% van het wekelijksche steunbedrag.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
aangaan van een tijdelijke kasgeldleening met het Rijk, lui
dende als volgt