980 16 DECEMBER 1931 ,,van de met de Bank voor Nederlandsche Gemeenten „gesloten rekening-courantovereenkomst, terwijl het Rijk „bereid is, de rest rond f 1200000.— ter beschikking te „stellen aanvankelijk voor den tijd van 2 maanden tegen een „rente van 43At a pari, en onder voorwaarde, dat bij even- „tueele wanbetaling, inhouding op de uitkeering uit het „gemeentefonds zal plaats hebben. „Wij stellen U voor, dit aanbod, dat onder de tegen woordige omstandigheden acceptabel is, te aanvaarden en „te besluiten tot het aangaan van een kasgeldleening met „het Rijk, groot f 1200000. rentende 43A a pari." De VOORZITTER zegt, dat dit stuk weliswaar eerst heden gereed was, maar hij zou het toch nog vandaag willen zien afgedaan, omdat er spoed bij de zaak is. Spr. licht het voorstel daarom nog met een enkel woord toe. De heer HAALMAN merkt op, dat uit een en ander blijkt, dat de gemeente eerst vruchteloos gepoogd heeft elders kasgeldleeningen geplaatst te krijgen. Eenige maanden geleden werd in de pers bekend gemaakt, dat enkele besturen van groote gemeenten, waaronder Rotterdam, geen kasgeld leeningen geplaatst konden krijgen, hetgeen te wijten zou zijn aan het socialistisch wanbeheer, waardoor men geen vertrouwen meer stelde in die gemeenten. Spr. constateert nu met genoegen, dat Breda ook geen kasgeldleening geplaatst heeft kunnen krijgen, terwijl hier toch geen sprake kan zijn van socialistisch wanbeheer. De veronderstelling, in de pers geuit, is hiermede gelogenstraft. Wethouder van BUITENEN deelt mede, dat Breda inder daad eerst gepoogd heeft, elders een leening te sluiten, doch dat dit haar evenmin als andere gemeenten gelukt is. Genoegen doet hem dat niet. Spr. wijt dit aan hen, die het gemeentelijk crediet, in het algemeen in discrediet hebben gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 980