16 DECEMBER 1931 J 983 waren wij geenszins verwonderd; langzamerhand zijn wij aan dat steeds periodiek terugkeerend verwijt gewend geraakt. Hebben wij daarom destijds niet al te veel woorden daaraan verspild, thans zullen wij eens nagaan en zien, indien er van ongeoorloofde middelen sprake is geweest, aan welke zijde men daarvan gebruik heelt gemaakt. Welke middelen zijn door ons gebezigd? Och, ze waren van den meest eenvoudigen aard. Wij hebben het Bredasche kiezerscorps voorgelegd grepen uit de officieele raadsnotulen der afgeloopen vierjarige periode. Wij hadden daarbij geen andere middelen van noode; deze waren immers voldoende en afdoende. Zelden is er dui delijker en tevens officieele taal tot de kiezers gesproken. Geen poging is dan ook gedaan om de onjuistheid van hetgeen door ons naar voren werd gebracht aan te toonen. Een der leiders van de R. K. raadsfractie, de heer Broos, heeft in een ingezonden stuk in het Dagblad van Noordbrabant een bescheiden aanvalletje gewaagd op de feiten, die zoo duidelijk spraken uit de door ons overgelegde lijst. Hij voelde zich ge roepen de R. K. fractie zoo mogelijk te verdedigen, haar houding, die op deze wijze zoo in al haar naaktheid voor het kiezerscorps ten toon werd gesteld, te rechtvaardigen. Ja, die lijst, die niet nagelaten had een geweldigen indruk te maken, die lijst zat den heeren zoo dwars in de maag, dat de heer Van Buitenen er in een der laatste raadsvergaderingen nog op moest zinspelen. Naast de lijsten op het stembiljet speelden ditmaal de lijsten een groote rol bij deze gemeente raadsverkiezingen. Gewaagde ik reeds van onze lijst, ook vanuit het R. K. kamp werd flink met lijsten gewerkt. Daar hadden we allereerst de befaamde lijst van den Voorzitter der Rt K. raadsfractie bij de laatste begrooting, die lijst, waar van elke regel begon met het woord ,,wij". Daarop zijn ge volgd een tweetal lijsten in het officieele verkiezingsorgaan der R. K. Kiesvereeniging, het Dagblad van Noordbrabant, en wel een op 9 Juni en een op 11 Juni j.l. en ook bij deze lijsten is het door den heer Van de Ven gegeven voor beeld trouw gevolgd en is alles tot stand gebracht door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 983