16 DECEMBER 1931 u 991 sollen sein! Verder dan even 60 der stemmen hebben de R. K. lijsten het niet kunnen brengen. Ook het in strijd met de zedelijkheidswet-Regout uitgeoefende hazardspelletje, om door niet-verbinding der lijsten een extra-zeteltje te bemach tigen. is niet gelukt. Met die 60 is er naar onze meening geen enkele reden om zoo hoog van den toren te blazen als door de R. K. heeren is gedaan. Ik zou willen vragen: stemmen die 60 niet tot nadenken en tot wat minder laat ik het woord maar ge bruiken praats. Zouden we feitelijk niet moeten spreken van het feit, dat de R. K. Staatspartij hier ter stede nog 60 °/c der stemmen heeft behaald. Inderdaad, nog, Mijne Heeren, hebt gij 60 °/c verkregen en daarmede de meerderheid, doch... dank zij de vrouwen! Gij weet dit evengoed als wij. Ware er geen vrouwenkiesrecht geweest, dan waart gij hier in Breda reeds in de minderheid. Uw beeld staat dan ook op een leemen voetstuk. Uw huis kan vergeleken worden met het huis, waarvan sprake is in het 6de hoofdstuk van het Evan gelie van Lucas, het 48ste vers, ,,Het huis gebouwd op de aarde zonder fundament, tegen hetwelk de waterstroomen „aansloegen en het viel terstond en de val van dat huis was „zeer groot." Zoo ook Uw huis, dat zal invallen, wanneer de roode stroom in deze stad blijft wassen, zooals dit in Juni van dit jaar in zoo'n verheugende mate het geval is geweest. Het moge dan kort of wat langer duren, eenmaal zal de tijd komen ik heb daar op 1 Sep tember j.l. al op gewezen. In de beschouwingen van R. K. zijde aan den verkiezingsuitslag gewijd, wordt de R. K. goe-gemeente al op heel treurige wijze een rad voor oogen gedraaid. Onder het opschrift „Rechts 18 links 9" de heer Mabelis wordt al maar direct ingelijfd lezen wij: „De roode elementen wiessen van 4125 in 1927 tot 4761, „daarbij gerekend in 1927 dan de vrijzinnig-democraten, de „lijst-Jacoby, de lijst-Haalman en de chauffeurslijst.' Jammer, dat alle andere lijsten, 'behalve van R. K. Staatspartij en Vrij heidsbond ook maar niet erbij opgeteld zijn, dan had men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 991