992 16 DECEMBER 1931 zelfs nog achteruitgang kunnen constateeren! Neen. dan de R. K. in Staatspartij-verband, die stegen van 9769 tot 11388. Is dat wat of is dat niks? Maar, in mijn kinderlijke onnoozel- heid vraag ik mij toch af, of hierbij niet minstens moesten worden geteld de stemmen der beide andere, toch ook R. K. partijen, in 1927 behaald, die der R.K. Volkspartij en der R. K. Kiesvereeniging „Dr. Schaepman", of zijn dat geen goede of een ander soort Katholieken? Al heel spoedig van den overwinningsroes bekomen, leest men dan ook in het overwinningsbulletin in het Dagblad van Noord-Brabant: ,,Is er reden tot overmatige blijdschap?" met een groot vraagteeken er achter. En dan luidt het antwoord: ,,Wij betwijfelen het. De kern is stevig en gezond en kan „een duwtje verdragen, maar ze moet grooter en meer ont wikkeld worden en vooral intensiever doordrongen worden „van de geestelijke waarden van de Katholieke beginselen. „Oogenschijnlijk is de strijd waardig en wars van persoon lijkheden gevoerd. Echter van sociaal-democratische zijde is „in schotschriften de waarheid zoodanig omgedraaid en heeft „men daar uit laag-bij-de-grondsche praatjes zooveel argu- „menten gesmeed, dat de min-ontwikkelde kiezers daaraan „geloof en waarde hebben toegekend. Zij zullen bedrogen „uitkomen. „Het zal straks blijken, dat die partij" (en dat zijn wij) „haar star oppositioneel standpunt zal voortzetten waartegen over de katholieke meerderheid evenwel zich schrap zal „zetten èn door de leidende posten te blijven bezetten èn „daaruit die sappen te persen, welke door eensgezindheid „worden gevoerd en aangevoerd. Aan de Katholieken van „Breda is nu vooral de taak meer dan ooit beschoren om niet „werkloos te blijven toezien en alleen te ontvlammen voor een „verkiezingsactie. „Zij dienen zich allen als leden der Roomsch-Katholieke „Kiesvereeniging op te geven en ook als zoodanig hun daad werkelijke belangstelling te geven. Wij vernemen, dat de „Roomsch-Katholieke Kiesvereeniging voornemens is niet in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 992