16 DECEMBER 1931 993 „te dommelen, maar om een krachtige en geregelde propa ganda te blijven voeren, ook in die jaren, dat er geen ver kiezingen zijn. De belangstelling kan nog in alle rangen en „standen onzer samenleving uitgroeien en aan medeleven en „actie winnen. Als men zoo gaat werken, ontluiken nieuwe „krachten en sluimerende daden."' (Wat dat voor een soort daden zijn, weet ik niet). „Dat zij de duidelijke les van „17 Juni." Wie wordt niet geroerd door deze aandoenlijke taal! Maar, als men een en ander goed leest, dan blijkt daaruit toch dui delijk, dat de les van 17 Juni wel een beetje harde les is geweest en van groote vreugde geen sprake is, hetgeen ook duidelijk tot uiting komt in een verslag van een bijeenkomst op den avond der verkiezingen van de R. K. Kiesvereeniging. Daarin leest men, dat men niet geheel voldaan was, omdat er geen zetel meer was behaald. O, dat 18de zeteltje, daar hadden de heeren toch zoo vast op gerekend! Laat ons nu nog even beluisteren, wat de heer M o t k de voorzitter van de R. K. Kiesvereeniging schrijft. „Nu wij, Katholieken van Breda, met zulk een goed succes „uit den stembusstrijd gekomen zijn" dus weer een over winningsgeluid „nu wij niet alleen ons schitterend hebben „gehandhaafd in onze van alle kanten zoozeer bestookte veste, „doch daarenboven nog een aanwinst van 1600 stemmen „mochten boeken, past het mij, als Voorzitter der R. K. Kies- „vereeniging, de Katholieke kiezers van Breda, namens onze „organisatie, mijn hartgrondigen dank te brengen voor hun „schitterende houding. „Thans trekt de kruitdamp op en kunnen wij het slagveld „overzien". (Je kunt wel hooren, dat hier een krijgsoverste aan het woord is.) „Wij kunnen onze balans opmaken en de „koppen tellen. Onverlet is onze trouwe schare uit den strijd „getreden en voert met zich mede een groote aanwinst van „nieuwe kiezers." (Dat zijn dan zeker krijgsgevangenen). „Doch ook onze tegenstanders hebben winst te boeken. „Weliswaar is het hun niet gelukt meer zetels te veroveren,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 993