996 16 DECEMBER 1931 de S.D.A.P. en schaarde zich achter de roode raadsfractie; 26 van Breda's ingezetenen zullen wij deze 4 jaar hier vertegenwoordigen. Nu iets over hetgeen op dezen verkiezingsuitslag is ge volgd. In de allereerste plaats de wethoudersverkiezing. Heel veel heb ik daarover niet te zeggen; op 1 September heb ik namens onze fractie een taal gesproken, die aan duidelijkheid niets te wenschen heeft overgelaten. Trouw heeft men het oor geleend aan de door mij geciteerde en binnen 24 uur na de stemming neergeschreven ophitsing om de leidende posten te bezetten en zich schrap te zetten tegen de oppositioneele rol der S.D.A.P. Het is toch wel zeer sterk en grenzeloos aanmatigend om ons bij voorbaat al onze oppositioneele rol, onze onverantwoordelijkheid te durven verwijten, als men de geheele verantwoordelijkheid, de leidende posten voor zich zelf opeischt. Te meer geldt dit, waar men boven een artikel over den verkiezingsuitslag tk haalde dit reeds aan schrijft: .Rechts 18 links 9". Nu erkennen wij de hier gemaakte scheiding in geenen deele, maar aan de overzijde wel. Welnu, dan is het toch in strijd met elk begrip van politiek fatsoen om een minderheid van één derde uit te sluiten bij het bezetten der zetels in het College van Burgemeester en Wethouders. Het moest eens gebeuren in een gemeente boven den Moerdijk, dat een der gelijke verhouding zich voordeed, maar dan in omgekeerden zin! In heel Nederland en zelfs daarbuiten zou hooren en zien vergaan zijn door het Indianengehuil, dat zou zijn aan geheven over zooveel onverdraagzaamheid en onrechtvaardig heid tegenover de Roomsch-Katholieken. Maar boven den Moerdijk is daarvan geen sprake. In tallooze gemeenten vormen de Roomsch-Katholieken slechts een kleine groep, maar toch is hun daar een zetel in het College van Burge meester en Wethouders ingeruimd. In het roode Zaandam, waar men zelfs een Leo XlII-straat vindt, is er steeds een R.K. wethouder geweest, hoewel zijn fractie daar feitelijk slechts een fractie van een fractie uitmaakte; evenals in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 996