16 DECEMBER 1931 - 997 roode Goor. In de Provinciale Staten van Groningen hebben, als ik mij niet vergis, slechts 4 Roomsch-Katholieken zitting, maar toch wordt door hen daar een zetel in het College van Gedeputeerde Staten bezet. Het zou mij weinig moeite kosten om, na informatie, nog tientallen dergelijke gevallen daaraan toe te voegen en vrijwel overal hebben zij deze leidende posten kunnen bezetten, dank zij de Christelijke rechtvaardigheid der sociaal-democraten. Hier vergeet men blijkbaar ook, dat het College van Bur gemeester en Wethouders uit vier personen bestaat. De Bur gemeester maakt er immers ook nog deel van uit en deze mag gerust voor twee worden geteld hij toch heeft bij staking van stemmen een dubbele stem. Ook is het tot ons gericht verwijt omtrent onze onverantwoordelijkheid in hooge mate ongepast, daar men ons nog nimmer eenige verantwoordelijk heid heeft aangeboden en deze door ons dus ook nimmer is geweigerd. Ik wil hier wel verklaren, dat wij heusch niet schromen om verantwoordelijkheid te dragen, evengoed in Breda als in zoovele plaatsen elders. Ik zou hieraan dit nog kunnen toevoegen. Aan de overzijde, bij de R.K. raadsfractie, vindt men een zevental arbeiders-afgevaardigden. Welnu, wij zijn ook met ons zevenen samen 14; er is dus als men wil een meerder heid voor een gezonde, democratische gemeentepolitiek. Maar de heeren willen niet, durven niet, en mogen niet. De heele verantwoordelijkheid heeft dus de R.K. raads fractie voor zich zelf opgeëischt. In het voorjaar heeft de heer K r o o n e, misschien per ongeluk, een tipje opgelicht van den geheimzinnigen sluier, die deze houding der R.K. raadsfractie bedekt. Als men gedaald is tot de kleinst mogelijke meerder heid, dus hier 14 zetels zoude bezetten van de 27, dan zouden de heeren wel bereid zijn een zetel in het College af te staan. Neen heeren, ge zult er twee hebben af te staan in dat geval. Maar wij zullen U thans de gelegenheid geven die verantwoordelijkheid ten volle te dragen en ons blijven spenen van het twijfelachtig genoegen om in de diverse raadscom-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 997