16 MAART 1932. 117 Nu hebben Burgemeester en Wethouders bovendien de vrij moedigheid gehad om in de nota ook het verplegend personeel er met de al of niet gebobde haren bij te sleuren. Daartegen dient met klem te worden geprotesteerd. Mijn partijgenoot Van Houten heeft nooit of nimmer ook maar een enkele klacht geuit over het verplegend personeel en ik doe met de grootste gerustheid daarbij een beroep op den geheelen Raad, of dit juist is of niet slechts lof en hulde heeft hij daarvoor gehad en ik weet zeker ook uit zijn naam te spreken, wanneer ik nogmaals lof en dank breng aan dat verplegend personeel voor de wijze, waarop dit wijlen zijn echtgenoote heeft verzorgd. Verder zegt Spr., naar aanleiding van de woorden van den heer Van de Ven, dat er ten opzichte van de R. K. fractie niet van onbetrouwbaarheid is gesproken, doch van niet-onpartijdigheid; tusschen onbetrouwbaar en niet-onpar- tijdig bestaat nog een groot verschil. Spr. kan zeer goed aan nemen, dat de leden der R. K. fractie in deze geheel te goeder trouw zijn en naar eer en geweten meenen te handelen, maar dit neemt niet weg, dat de verpleging der patiënten, welke geheel of gedeeltelijk voor rekening der Gemeente geschiedt, geheel neutraal behoort te zijn. Men kan dan ook niet aan den heer Van Houten verwijten, dat hij voor de ver pleging zijner echtgenoote het St. Ignatius-Ziekenhuis heeft gekozen; hij had volkomen het recht daartoe. Ten slotte zegt Spr., dat, als men hem vraagt, hoe de samenstelling van de commissie van onderzoek had moeten zijn, hij daarop kan antwoorden; Zij moet niet bestaan uit leden van de R. K. fractie of van Spr.'s fractie, maar uit drie of vijf hoogstaande Bredasche ingezetenen van verschillende richting. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat door het lange be toog van den heer Haaiman, waarin op de kwestie niet wordt ingegaan, de zaak zelve eenigszins op den achtergrond is geraakt. Deze is in het kort te formuleeren als volgt: Werd of wordt op patiënten in het St. Ignatiusziekenhuis, die daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 117