118 16 MAART 1932. geheel of gedeeltelijk voor rekening der Gemeente verpleegd worden, z.g. geestelijk geweld uitgeoefend? Spr. durft vol mondig „neen" te zeggen, zulks in tegenstelling met enkele leden der Socialistische fractie. De heer Cohen vindt het niet kiesch van Burgemeester en Wethouders, dat zij bij hun schrijven aan den Raad de verklaring van den Directeur van den Geneeskundigen Dienst hebben overgelegd. De heer Cohen had beter kunnen zeg gen: „Ik vind het niet prettig, dat Burgemeester en Wet houders dat hebben gedaan", want de inhoud van die ver klaring is in lijnrechten strijd met zijn bewering. Op grond van het vroeger gezegde door den heer Cohen was het evenwel noodig geworden het rapport van genoemden Direc teur in te winnen en den Raad daaromtrent in te lichten. De heer Haaiman heeft de zaak op haar kop gezet. Het is daarom gewenscht nog eens even in het kort te releveeren, hoe de zaak zich heeft toegedragen. Er zijn hier beschuldi gingen gelanceerd aan het adres van een zieken-inrichting. Van de zijde van Burgemeester en Wethouders is daarop onmiddellijk gevraagd naar de gegevens. Er is toen gezegd: „Ik zal ze U morgen verstrekken", doch 's anderen daags weigert men ze te geven. Op een herhaald aandringen van Burgemeester en Wethouders blijft men weigerachtig en geeft daarbij voor, niet zeker te zijn van een onpartijdig onderzoek. De gedane belofte om de gegevens, voor een onderzoek ver- eischt, mede te deelen is dus niet ingelost. Op de kwestie, of door den heer Van Houten al of niet geklaagd is over de houding van het verplegend per soneel, zal Spr. thans niet ingaan; dit zal wel blijken, als straks de notulen der begrootingsvergaderingen in druk ge reed zijn. Spr.'s persoonlijke conclusie in deze is: de geuite beschul digingen zijn niet waar gemaakt, derhalve berusten zij op laster. De personen, die belasterd zijn, hebben recht op rehabi litatie in het publiek. Spr. daagt de leden van de S.D. Raads fractie daarom nogmaals uit, feiten, waarop zij doelen, hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 118