16 MAART 1932. 125 noodig is; het terrein wordt slechts voor 2/3 gedeelte be bouwd, terwijl art. 15 verbiedt een erf te bebouwen over meerdere diepte dan gedeelte. Wethouder VAN MIERLO begrijpt niet, waarom de eige naresse dan ontheffing van art. 15 zou vragen. Hij leidt daaruit af, dat die ontheffing toch wel noodig zal zijn. Bovendien hebben de Gezondheidscommissie en de dienst der Openbare Werken de zaak in behandeling gehad. Spr. kan dan ook niet aannemen, dat die allen zich zouden vergissen. De heer VAN KEEP handhaaft zijn bewering en acht het mitsdien wenschelijk de zaak nog eens te laten nagaan. Hij dringt er derhalve op aan, de behandeling van deze aange legenheid tot de volgende vergadering aan te houden. Daartoe wordt besloten. 14. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter voorziening in vacatures van lid der commissie van toe zicht op het lager onderwijs ter benoeming aanbevelende: a. categorie: ouders van op een bijzondere lagere school ingeschreven leerlingen. 1Mevrouw I. E 1 i c h-F e b e r, aftredend lid; 2. Mevrouw J. C e r u 11 i-L ij d s m a n. b. categorie: ouders van op een openbare lagere school in geschreven leerlingen. 1. A. Smeulders; 2. L. v a n R e ij e n. c. categorie: overige meerderjarige inwoners der gemeente. 1P. Haaiman, aftredend lid; 2. E. Slik. Wordt overgegaan tot stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 125