132 16 MAART 1932. „afschaffing van een marktdag niet wenschelijk geoordeeld. „Waar echter tengevolge van verschillende gebeurtenissen „herhaalde malen verschuiving van den datum der markt „plaats had, komt het ons voor, dat termen aanwezig zijn aan „het verzoek van adressanten tegemoet te komen. „Na gepleegd overleg wordt verschuiving der markt naar „Donderdag het meest wenschelijk geoordeeld. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor „te stellen te besluiten in den vervolge de op Goeden Vrijdag „te houden markt op Donderdag daaraanvoorafgaande te doen „plaats vinden." De heer VAN DE VEN wil de Protestanten in deze gaarne ter wille zijn, maar hij kan zich niet vereenigen met het houden van de weekmarkt op Witten Donderdag. Dit is weliswaar geen R. K. feestdag, maar het is toch een dag, waarop zeer veel kerkbezoek plaats vindt en vele Katholieken hun Paaschplicht vervullen. Het op dien dag doordringen van marktrumoer tot de R. K. kerken zou voor de bezoekers daarvan even hinderlijk zijn als voor de Protestanten op Goe den Vrijdag. Daarom zou Spr, óf de markt op Goeden Vrij dag willen handhaven, doch dan op een andere plaats, zoodat het niet meer kan voorkomen, dat de Protestantsche gods dienstoefeningen daardoor worden gestoord, óf de markt op dien dag geheel afschaffen, m.a.w. haar niet houden op een anderen dag. De heer HAALMAN verklaart, dat het hem verheugt, dat Burgemeester en Wethouders aan dit verzoek tegemoet ge komen zijn; bij vorige gelegenheden heeft hij verzoeken in die richting vaak ondersteund. Spr. kan zich echter ook aan sluiten bij den wensch van den heer Van de Ven. Hij is van meening, dat er geen overwegend bezwaar tegen kan zijn om de weekmarkt op Goeden Vrijdag geheel af te schaffen; er is weieens meer, met name voor militaire vertooningen, een marktdag overgeslagen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 132