16 MAART 1932. 133 De VOORZITTER zegt, dat er van de zijde van Burge meester en Wethouders geen bezwaar tegen bestaat om de Goede Vrijdagsche markt geheel na te laten, maar het kan zijn, dat een markt tegen de Paaschdagen voor zekere be volkingsgroepen van groot belang is. Dit dient nader onder zocht te worden. Daarom geeft Spr. den Raad in overweging, aan Burgemeester en Wethouders de beslissing over te laten, of dit jaar markt zal worden gehouden op Witten Donderdag of in het geheel niet. Dienovereenkomstig wordt besloten. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, in zake het verkenen van een voorschot op de gemeentelijke ver goeding ex art. 101 der L.O.-wet over het jaar 1932 aan de besturen der bijzondere lagere scholen. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, in zake het verkenen van een bijdrage in de kosten van de mate- rieele exploitatie van de beide scholen voor buitengewoon lager onderwijs in deze .gemeente, luidende als volgt: „Van het bestuur der St. Rosa-school voor buitengewoon „lager onderwijs aan de Leuvenaarstraat 178 alhier is, evenals „vorige jaren, een verzoek ingekomen om toekenning der bij drage bedoeld in art. 25 sub. 1 van het Kon. besluit van 22 „October 1923, S. 489. „Eenzelfde verzoek is ingediend door het bestuur der St. „Janschool voor buitengewoon lager onderwijs aan den Weer- „ijssingel 1 alhier. „Beide verzoekschriften, waarbij gevoegd zijn de opgaven „der leerlingen die in 1931 de scholen bezochten, gaan hierbij. „Waar uit de bij de verzoekschriften overgelegde ministe- „rieele beschikkingen blijkt, dat het Genootschap tot Opvoe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 133