134
16 MAART 1932.
„ding, hetwelk de St. Rosa-school en de Opvoeding- en onder-
.wijsstichting „St. Marie", welke de St. Janschool in stand
„houdt, rechtspersoonlijkheid bezitten en in aanmerking
„komen voor de rijksbijdrage bedoeld in art. 4 van voormeld
„koninklijk besluit, voldoen de schoolbesturen aan de voor-
„waarden om aanspraak te maken op de gemeentelijke bij
drage.
„Deze bijdrage bestaat uit een tegemoetkoming in de kosten
„van materieele exploitatie en is in Uwe vergadering van den
„29sten Februari 1928 vastgesteld op 30.per Bredaschen
„leerling en op 20.— per „buitenleerling" (zie gedrukte
„notulen 1928, blz. 186 e.v.). Zij wordt berekend naar het
„gemiddeld aantal leerlingen over het jaar voorafgaande aan
„dat waarvoor de bijdrage strekt i.e. over het jaar 1931.
„Het gemiddeld aantal leerlingen bedroeg over dat jaar
„in totaal aan de St. Rosaschool 96J4» waarvan 65 uit Breda
„en 31j4 uh buitengemeenten en aan de „St. Janschool"
,,10534» waarvan 91J4 uit Breda en 14 uit buitengemeenten.
„Aan de schoolbesturen dient dus over 1932 een bijdrage
„verstrekt te worden van resp. 65 X 30.3134 X 20.
ƒ2575.— en 9\% X ƒ30.— 14 X ƒ20.—
3017.50.—.
„De scholen werden in 1931 bezocht door resp. 3134 en
„14 leerlingen woonachtig in gemeenten buiten Breda. Op
„deze buitengemeenten wordt verhaald een bedrag van 20.
„per leerling, zoodat te dier zake in de gemeentekas terug
vloeit (31% 14) X ƒ20.— ƒ905.—.
„Resumeerend hebben wij de eer U voor te stellen aan het
„bestuur der St. Rosaschool over het jaar 1932 een bijdrage
„van 2575.te verleenen als tegemoetkoming in de kosten
„van materieele exploitatie en tezelfder zake aan het bestuur
„der St. Janschool een bijdrage van 3017.50.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
26. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op een
