9 FEBRUARI 1932. 13 Zoo komt men tot de slotsom, dat wegens gemelde doel einden buiten den genoemden gewonen onderstand van het Burgerlijk Armbestuur - gezamenlijk zeer globaal in 1931 een bedrag van bijna anderhalve ton door de gemeente werd ter beschikking gesteld; met 1930 een nadeelig verschil, dat wel de ton benadert. Het is een droevige staat, dien wij hier voorleggen. Droevig in de eerste plaats, omdat daaruit spreekt, dat zoo talrijken allermoeilijkste tijden doormaken, dat zelfs de uiterste inspan ning van werkgevers om hun zaken, ten gerieve ook van hun arbeiders, aan den gang te houden met geen goeden uitslag wordt beloond, dat, ook in een gemeente als deze, honderden arbeidswilligen gedwongen zijn zich tot den parti culieren en openbaren steun te wenden. Voor hen allen moge het einde van 1932 er anders uitzien dan de aanvang. Droevig is de staat ook, omdat eruit blijkt hoe zware eischen aan de gemeentelijke geldmiddelen worden gesteld, en zulks in een tijd, waarin de middelen geringer vloeien en de credietmarkt belemmerend werkt op het aanvatten van werken, die kunnen medehelpen om de werkloosheid te bestrijden. Toch zal men zich niet moeten laten weerhouden van het aanvatten van zaken, die voor heden reeds noodzakelijk zijn en waarvan het ter zijde laten in komende jaren tot gevoelens van spijt zou moeten leiden. Zeer onlangs heeft Uw Raad het nog aldus ingezien, toen het gemeentelijk grondbezit een zeer belangrijke uitbreiding onderging en hetgeen 1931 bracht ten aanzien van woningbouw, de opening van een modern badhuis, bestratingen in het Belcrumkwartier, de Bloemen- buurt, het Sportparkkwartier en elders, verlegging van de monding van de Aa of Weerijs toont aan, dat de gemeente ook in een tijd van teruggang oog heeft voor de eischen van haar gezonde ontwikkeling. God moge die ontwikkeling zegenen en Uw Raad, die in het afgeloopen jaar vernieuwing onderging, moge kracht en gelegenheid vinden in 1932 zoo gunstig als mogelijk is voor onze geliefde stad te arbeiden, gesteund als tevoren door een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 13