150 16 MAART 1932. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het in het belang van de bouwnijverheid is, dat deze zaak voortgang heeft. Spr. stelt voor, de teekeningen thans bij de raadsleden te laten circuleeren en straks een beslissing in deze te nemen. De behandeling moet dan even worden geschorst. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt de verdere behandeling van dit voorstel voor eenige oogenblikken ge schorst. 38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het treffen van een overeenkomst met E. L. F. C r t o n, in zake straataanleg tusschen Dijklaan en Leurschestraat, luidende als volgt: „De heer E. L. F. C r t o n, bouwondernemer alhier, heeft „aan ons college vergunning verzocht voor het aanleggen „van een straat tusschen de Leurschestraat en de Dijklaan. „Bedoelde straat is geprojecteerd, als aangegeven op de bij gaande teekening nr. 11556. „Voor den aanleg dezer straat moest het uitbreidingsplan „worden gewijzigd, welke wijziging inmiddels door Gedepu teerde Staten is goedgekeurd. „Tegen bedoelden aanleg bestaan onzerzijds geen bezwa ren, mits voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in „bijgaande ontwerp-overeenkomst. „Daaruit blijkt, dat C r t o n den grond, benoodigd voor „straataanleg „om niet" aan de gemeente zal overdragen bin- „nen twee maanden, nadat de goedkeuring van de Gedepu teerde Staten op het raadsbesluit tot overdracht van grond „is verkregen. „De werken voor den aanleg der straat, zooals op peil „brengen van den ondergrond, rioleerings- en bestratings- „werken, zullen worden uitgevoerd naar de voorschriften „vastgesteld dn de bij de overeenkomst behoorende bijlage A.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 150