154 16 MAART 1932.
„Bij het opmaken dezer begrooting kon worden volstaan
„met een aantal van 47. Sindsdien zijn evenwel eenige maan-
„den verstreken en werd in enkele posten een beter inzicht
„verkregen, waarmede thans rekening moet worden gehouden.
„Het blijkt, dat enkele uitgaafposten een hoogere raming
„behoeven. Zoo is meer noodig wegens:
„1. Subsidie Burgerlijk Armbestuur (718) 31.000.
„2. Steun aan werkloozen (733 en 736) 66.000.
„3. Werkverschaffing (734)28.000.
„4. Bijdragen aan den kapitaaldienst ter zake
„buitengewone werken (diversen) 28.900.
,,5. Rente geldleeningen (diversen)27.500.
„6. Bijdrage crisiscomité (nieuwe post) 4.600.
„7. Subsidie werkloozenkassen (754)16.000.—
„Totaal 202.000.—
„Tot toelichting van deze bedragen diene .het volgende:
„Ad 1. Subsidie Burgerlijk Armbestuur.
„In de eerste 2 maanden van dit jaar werd uitgegeven
„wegens bedeeling 13.265.15. Naar dezen maatstaf zal voor
„het geheele jaar noodig zijn rond 79.600.Hierbij dient
„evenwel rekening te worden gehouden met de omstandigheid,
„dat in de zomermaanden de uitgaven minder zullen zijn dan
„in de beide genoemde wintermaanden, zoodat verwacht mag
„worden, dat met een bedrag van 73.600.kan worden
„volstaan. Aangezien op de begrooting van het Burgerlijk
„Armbestuur te dezer zake 42.600.geraamd is, zal het
„meerdere ad ƒ31.000.gevonden moeten worden uit een
„verhooging van het gemeentelijk subsidie.
„Ad 2. Steun aan werkloozen.
„Gedurende de maanden Januari en Februari werd te dezer
„zake betaald 23.223.38, gevende voor het geheele jaar een
„bedrag van rond 140.000.Reeds is geraamd op volgnrs.
„733 en 736 een bedrag van 74.000.zoodat 66.000.
„meer noodig is.
