158 16 MAART 1932. „Ad 1 t/m. 3. Nijverheidsonderwijs. „In verband met door het Rijk toegepaste bezuinigings- „maatregelen op de begrooting 1932 voor het nijverheids onderwijs kunnen deze posten met de daarachter vermelde „bedragen worden verlaagd. „Ad 4. Onvoorziene uitgaven. „Op dezen post is thans geraamd 78.047.02. Na toepas sing van de onderwerpelijke verlaging blijft op dezen post „beschikbaar een bedrag van 57.347.02, dat voldoende kan „worden geacht, waarbij rekening moet worden gehouden met „een daarin begrepen bedrag van 20.000.voor rente geld- „leening. (Zie memorie van toelichting). „Ad 5 en 6. Rijksbijdragen in werkloozensteun en werk- „verschaffing. „In de kosten van werkloozensteun verleent het Rijk een „bijdrage ad 50 voor den steun aan werkloozen uit be drijven door den Minister als crisisbedrijven erkend. Van „den totaal uitgekeerden steun is dit echter ruim 20 In „de kosten van loonen enz. voor de werkverschaffing draagt „het Rijk 50 bij, zoodat in ontvangst geraamd mag wor den 20 van ƒ66.000.en 50 van 28.000. „Ad 7. Grondbelasting. „Door den Inspecteur der directe belastingen wordt de op- „brengst van hoofdsom en opcenten grondbelasting over „het belastingjaar 1931 geraamd op 170.546.Hiervan zal „ontvangen worden tot 1 Juli 1932 en mitsdien verantwoord „in de rekening 1931 f 160.370.—, terwijl het meerdere ad 10.176.— ten goede komt van de begrooting 1932. „Ad 8. Personeele belasting. „Het ten aanzien der grondbelasting medegedeelde geldt „eveneens voor de personeele belasting, met dien verstande, „dat de totale opbrengst door genoemden inspecteur thans ge- „raamd wordt op ƒ504.000.waarvan komt op 1931 „ƒ455.000.— en op 1932 ƒ49.000.—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 158